Maart 2011
50 jaar “de Driesprong”
door Joke Visser
Zo lang alweer, camping de Driesprong, dan wordt het zeker tijd voor een gesprekje. Dus schuif ik aan bij Els de Vries-Stekelenburg die tegenwoordig samen met haar broer Daan het bedrijf runt. We beginnen dan maar aan het begin en dat is in 1961.
Dat is het jaar dat Henk Stekelenburg en zijn vrouw met de kinderen verhuizen van Tienhoven (bij Loosdrecht) naar Langelille. Het plan is om roeibootjes te gaan bouwen. Ze nemen hun intrek in het pand aan de Lemsterweg 22. Toen was dit nog een woonhuis, zij maakten er een café-restaurant van. De grond om hen heen was nog allemaal rietland, in niets leek het op het bedrijf wat er nu staat. Els verhaalt van de kroketten en andere snacks die moeder eerst allemaal zelf maakte en vervolgens in de snackbar verkocht. En druk dat het was! Ondertussen bemoeide Henk zich met het opzetten van een camping, eerst het stuk achter het café en toen dat vol begon te raken kochten ze het stuk rietland aan het Wiede van de Tjonger. Maar wat is een camping aan het water zonder strand, dus als dat er niet is, ga je zorgen dat het er komt. Er werd een baggerbak gebouwd, zand werd opgezogen uit het Wiede en daarmee werd het strand van de Veenpolder, ofwel “Stekeltje” een feit. Na vijf jaar in het café gewoond te hebben verhuisde de familie naar een boerderijtje dat op het land erachter stond. Henk vat het plan op om daar insteekkanalen te laten graven omdat mensen nou eenmaal graag aan het water willen kamperen. De gemeente denkt daar echter anders over maar de familie Stekelenburg is niet voor één gat te vangen en na zeven jaar bakkeleien wordt uiteindelijk de vergunning afgegeven en kan men beginnen te graven. Het café is inmiddels verkocht maar na een aantal jaren koopt de familie het toch maar weer terug en nu wordt het steeds verhuurd. Nu de kanalen zijn gegraven en de camping ook daar op poten is gezet, wordt het tijd voor een nieuwe uitdaging. Het lijkt ze wel wat om een jachthaven aan te leggen en dus wordt de grond aangekocht en de gemeente weer benaderd voor de nodige vergunningen en alweer zijn ze niet enthousiast. Maar na weer een aantal jaren soebatten kunnen ze de vergunning krijgen. In ruil daarvoor moet dan wel de hele camping op de riolering aangesloten worden, inclusief persleiding vanuit het dorp Langelille. Dat is een hele klus maar ze besluiten het toch te doen. Immers met twee zoons en twee dochters zal er toch zeker opvolging zijn en dan moet je vooruitkijken! Vooruit kijken doen Els en Daan nog steeds, de camping aan het strand word dit jaar leeggeruimd om plaats te maken voor een kleinschalig bungalowpark. Dat de gasten die er soms al jaren stonden dat niet zo leuk vinden, daarvan zijn ze zich bij “de Driesprong” terdege bewust. Ze hebben dan ook de nodige aandacht aan besteed om dit allemaal zo soepel mogelijk te laten verlopen.
En dan is er nog de andere “poot” van het bedrijf, de jachtverhuur. De boten werden en worden door henzelf ontworpen, gebouwd en ook onderhouden. In het begin, vertelt Els, deden ze het onderhoud in de oude melkfabriek in Langelille. Daar pasten twee schepen tegelijk in, daar werd dan druk aan gewerkt om ze weer klaar te krijgen en dan was je nog een dag bezig om ze terug te brengen naar de haven en weer twee andere op te halen. Op die manier was de winter eigenlijk niet lang genoeg om de vloot van toen 24 schepen goed te onderhouden. Er komt nogal wat bij kijken, behalve onderhoud aan het schip zelf, moet de binnenkant natuurlijk ook helemaal pico bello zijn. Dus alles kreeg in de winter een grote beurt, er werd uitgebreid schoongemaakt en gewassen. Dat gebeurde in twee caravans en een schuurtje achter het woonhuis van Els. Al met al werkte het allemaal niet handig en dan gaat er weer een vergunningaanvraag naar de gemeente, die weer niet zit te juichen. Maar de aanhouder wint en uiteindelijk wordt er groen licht gegeven voor de verdubbeling van de jachthaven en de bouw van de grote hal. Daarin passen 10 schepen van hun eigen vloot, die ze ondertussen teruggebracht hebben naar 18 stuks. Ook is er ruimte om de was te doen en te drogen, te strijken en te repareren.
Met de botenlift tot 50 ton kunnen heel wat schepen op de wal getakeld worden en dat is ook ontdekt door de particuliere botenbezitters die tegenwoordig aardig stuk in de verwarmde hal bezetten als ze aan hun eigen boot willen werken.
De administratie heeft op de bovenverdieping ook eindelijk genoeg ruimte gekregen. Het gebouw geeft ook onderdak aan een watersportwinkel.