Uit de notulen van plaatselijk belang van 1954 t/m 1964 50 jaar Plaatselijk Belang Langelille
(Vervolg)
Deze zomer stond er een serie stukjes in de Leeuwarder Courant over kleine dorpen waaronder Langelille. “Stilte en vrijbuiters”. En was dat een stukje waar ik bij dacht: “Ja, daar woon ik”? Nee! Het ging over narigheid in het verleden en de algemene indruk op mij was, dat het hier tegelijkertijd enigszins een rommeltje is en een dooie boel. Hoe anders is de werkelijkheid. Misschien zie ik het wel met romantische ogen. Uit ‘Veenletters’ blijkt wel, dat er hier heel wat ondernomen wordt. En misschien is het alleen voor iemand die dat niet gewend was zo bijzonder, dat iedereen elkaar groet en een praatje maakt. Dat je de achterdeur los kunt laten, dat je zo bij de buren naar binnen kunt lopen. Wat is er trouwens tegen stilte? Ik voel me er kiplekker bij.
Door het lezen van de notulen van Plaatselijk Belang zie ik, hoe ik veel dingen vanzelfsprekend vind, die dat toch niet zo lang geleden niet zo waren: elektrische lichtpunten langs de weg, leidingwater, een busdienst, riolering
In februari 1954 wordt er bericht over een bazaar en loterij, waar ƒ 925,00 wordt opgehaald voor de begeerde klapstoelen. Tot teleurstelling van de voorzitter zijn er op de algemene ledenvergadering van 12 maart 1954 slechts 14 leden aanwezig. Er blijkt geen belangstelling te zijn om tegen betaling van ƒ 530,00 aangesloten te worden op de waterleiding. De busdienst over Schoterzijl blijkt te zijn gestopt. 13 oktober 1954 gaat het weer over die buslijn. De voorzitter zegt toe, zich in verbinding te stellen met Hartstra uit Balk “om daarna gezamenlijk te trachten nog iets in deze richting te bereiken, waartoe een reis naar Balk nodig zal zijn”.
Voor sommige voorzieningen moet het bestuur jarenlang vechten, waardoor ze steeds weer genoemd worden. Andere moeten gelaten worden voor wat ze zijn, omdat het gemeentebestuur het nut ervan niet inziet.
8 januari 1958 is er een uitschieter: er zijn 76 personen op de ledervergadering verschenen, “waaronder leden met hun vrouwen”. De dames krijgen een bijzonder woord van dank. Hun aanwezigheid geeft “wat cachet en fleur aan ’t geheel”.
Oorzaak is waarschijnlijk, dat er een presentatie “in woord en beeld” is door een spreker: “Mijn reisindrukken over Birma”. Er wordt vergaderd over de slechte straatverlichting, de slechte aanvoer van stroom, een raadslid als vertegenwoordiger van de Westhoek, een onafhankelijke partij, en handwijzers. Wat betreft de laatste, wordt voorgesteld om deze door Plaatselijk Belang te laten plaatsen. Dat voorstel wordt afgewezen, omdat het “teveel aanstoot zou geven”. Verder gaat het over de zwemplaats ’t Wijde aan de Tjonger. Deze zou verbeterd worden als de gemeente er zand zou storten. De sloot achter de woningen blijkt verwaarloosd en er wordt een brievenbus op ’t Noordeinde gewenst.
29 januari 1959 blijken er schrikborden geplaatst te zijn. De gewenste handwijzers, die gedeeltelijk betaald zijn door de vereniging, moeten door de schilder worden afgewerkt: “hier zal nog enige dwang op worden uitgeoefend”. Er zijn voorstellen voor een badgelegenheid met douche bij de school, en een tijdmelding via een sirene van de N.O.V.A.C. In 1960 wordt er gesproken over het ophalen van afval. Hieruit blijkt weer, dat veel wat tegenwoordig zo vanzelfsprekend is, vaak door Plaatselijk Belang is bevochten en bereikt.
In 1961 zijn er successen te melden: “de electriciteit Langelille-noord is tot stand gekomen”. “Ook de verlichting bij de z.g. driehoek is in orde, alsmede de blauwe richting-borden”. Ook werd een busdienst verkregen voor ’s morgens en ’s avonds. Er wordt een benzinepomp gewenst. Er wordt voorgesteld Langelille als dorp te laten erkennen! Tot slot: “al was de groep klein de stemming was goed, temeer doordat de dames Mevr. Heida en Mevr. Zijlstra deze avond bijzonder verzorgden met koffie en koek”. Zo gaan de jaren voorbij. Niet altijd zijn de resultaten bevredigend.
In 1964 is een wapenfeit te melden: Langelille wordt als dorp erkend! Er zijn wat problemen over de grenzen maar uiteindelijk: “Langelille is nu geworden een der langste dorpen der gemeente Weststellingwerf”. Namelijk van Helomavaart tot Schoterzijl. Er wordt gefeest op 10 juli 1964 met spelletjes, een draaimolen en een toneeluitvoering. Het feestvertoon betekende een flinke aderlating voor de kas, “maar Langelille is zichzelf geworden”. En dat vind ik een prachtige zin om deze aflevering mee te beëindigen.
Wordt vervolgd.
Ina Bloemsma, januari 2002